OVER DE NIEUWE CHRISTELIJKE KERK *

door

Rutger Perizonius

* bv. zo genoemd in Coronis, Eerste Summaruim nr.50

 

 

Tekst van de lezing tijdens het Symposium "Swedenborg is een betrouwbare bron!" Amersfoort 6 mei 2006.

 

“Ik heb vannacht in Swedenborgs Hemel en Hel gelezen, de nrs. 65 tot 139, en nu ben ik er mee bezig van Zondagavond negen uur af tot bijna vier uur in de ochtend. En nu voel ik mij haast bedrukt door de ontzaglijke hoeveelheid van nieuwe, streng logische en uiterst belangwekkende gedachten. Nooit eerder in mijn hele leven heb ik iets gehoord of mij iets kunnen voorstellen dat hiermee te vergelijken is. Ik kan mij niet indenken hoe menselijke verbeelding zo ver kan gaan en toch steeds zo volmaakt consequent kan blijven. Ik zou haast zeggen: óf dit is een Goddelijke openbaring van hoger hand en is de waarheid, óf het is een meesterwerk van bedrog, afkomstig van de meest doortrapte bedrieger. Wanneer ik zie, hoe het beste van mijn eigen denken hiermee vergeleken niets betekent, voel ik mij gedrongen om tot God te roepen als in de zwaarste verzoeking. En toch is wel elk kleinste deeltje van wat ik gelezen heb van dien aard, dat het mij niet anders dan bevestigt in alles wat ooit goed was in mijn denken. Grote God in de Hemel, liefdevolle en barmhartige Verlosser, ... wilt Gij mijn gemoed verlichten door Uw genade! In de angst van mijn ziel wend ik mij tot U. ... Ik bid U: óf neem mijn vrees van mij weg en wil mij bevestigen dat dit de waarheid is, óf geef mij een duidelijk besef van het bedrog, als het niet de waarheid is. Of ik ben verloren, óf ik ben er oneindig beter aan toe dan ooit te voren, door deze ontzaglijke vermeerdering van kennis.” /1

Is er iemand die weet wie dit is? Wie hier zo door Hemel en Hel geraakt is? We zitten in 1785. Swedenborg is nog maar 13 jaar dood. Het is de 37 jaar oude, in zijn tijd beroemde, Rijklof van Goens (1748-1810), die al op z’n 18e aan de Universiteit Utrecht was benoemd tot professor in geschiedenis, welsprekendheid, oudheden en Grieks.

Het gaat mij in dit citaat natuurlijk om zijn vraag: “is dit een Goddelijke open baring, èf een meesterwerk van bedrog?” Kennelijk zijn de theologische werken van Swedenborg van dien aard dat sommigen zich al lezend dat gaan afvragen.

In deze voordracht wil ik uitgaan van dat besef: “dit moet wel een Goddelijke openbaring zijn”. Als we die aanvoeling als beginpunt nemen en ons vervolgens enkel en alleen op die Goddelijke openbaring zelf baseren, wat leert die omvangrijke openbaring ons dan eigenlijk? Al zo’n 250 jaar — volgend jaar vieren we 250 jaar Laatste Oordeel — al zo’n 250 jaar zijn er mensen geweest die deze Goddelijke openbaring als Goddelijke openbaring hebben bestudeerd. Wat heeft ons dat opgeleverd? Hoe zou je anno 2006 in enkele grote lijnen d Nieuwe Kerk waarover Swedenborg ons moest informeren (EL 1) omschrijven?

Weet dus dat elke zin van het hiernavolgende enkel en alleen op deze nieuwe openbaring is gebased. Ik zal de vele verwijzingen niet noemen, maar zij staan wel in de tekst. Ook alle voor buitenstaanders gauw mis te verstane terminologie, termen als “engelen”, “hel”, “wederverwekking”, “kerk”, is die van deze via Swedenborg gegeven openbaring.

THEOLOGISCHE WERKEN ZIJN GODS WOORD

Op tal van plaatsen in Swedenborgs werken wordt letterlijk gezegd dat zij uit God zijn: Geloof niet dat ik iets vanuit mij heb genomen of vanuit enige Engel, maar vanuit de Heer Alleen (AOh voorrede). En ook noemt Swedenborg zijn werken een openbaring: De schrijftrant [ van de Boeken die uit de Heer door middel van, mij geschreven werden] is van dien aard, dat hij opblinkt voor hen, die in. de Heer en in de nieuwe openbaring geloven (KGNK 4). Wanneer we dat combineren met de teksten die zeggen dat dat wat God open.baart het Woord is (AC 10.320; NJHL 251), dan zijn die werken volgens hun eigen criteria als een nieuw Goddelijk Woord te beschouwen. /2

SWEDENBORG GEEN BRON MAAR DOORGEEFLUIK

Tussen haakjes, ik weet niet of u het heeft opgemerkt, maar eigenlijk ben ik nu al buiten ons thema “Swedenborg is een betrouwbare bron!” getreden. In plaats van Swedenborg is immers God inmiddels de bron geworden, en diens betrouwbaarheid staat niet ter discussie. Misschien moet ik zeggen:

Swedenborg is een betrouwbaar doorgeefluik!” Maar dat is een lastige. David zit volgens Swedenborg in de hel (bijvoorbeeld OLO 4603), maar zijn Psalmen behoren volgens hem wel degelijk tot het Woord (WP 16). Dus doorgeefluiken kunnen betrouwbaar doorgeven en toch zelf onbetrouwbaar zijn. Daarmee wil ik niet suggereren dat Swedenborg onbetrouwbaar zou zijn, maar wel aangeven dat in wezen doorgeefluik en bron in geen enkele verhouding tot elkaar staan, de ene is immers eindig en de andere oneindig.

DEFINITIE WOORD

Dus Swedenborgs werken zijn volgens die werken te kwalificeren als Gods Woord. Wat wil dat eigenlijk zeggen, Gods Woord? Volgens Swedenborg was oorspronkelijk de mens zelf het laatste van de Goddelijke Orde waarin de Goddelijke invloed uitliep, en als zodanig was de mens ook de basis en het het fundament van die Orde (HH 304). Zonder het menselijk geslacht zouden ook de hemelen geen basis meer hebben en uiteenvallen (HH 304; AC 9216). De kracht van de basis is gelegen in het feit dat in het laatste alle tussengelegen graden van de Goddelijke Orde tegelijk aanwezig zijn (WCG 210; GLW 205- 208). Om een voorbeeld te geven: engelen zijn alleen geestelijk, maar de mens is natuurlijk en geestelijk tegelijk (HH 304). Maar bij de val keerde de mens zich naar de wereld en naar zichzelf, met als gevolg dat hij niet langer als de basis van de hemelen kon functioneren en zijn verbinding met de hemelen verbroken werd (HH 305). God voorzag toen in een nieuwe basis waardoor de verbinding van de hemel met de mens kon worden hersteld (HH 305). Die nieuwe basis, dat nieuwe verbindingsmiddel, was het geschreven Woord (HH 305). Dit Woord was het door God geopenbaarde Goddelijk Ware, optimaal aangepast zowel de hogere als de lagere engelen als aan de mens. Het is door die aanpassing aan zowel engelen als mensen dat dit geschreven Woord als enige in staat was dezen met elkaar en met God Zelf tot één geheel te verbinden (HH 258). Daarom wordt het Woord ook Testament of Verbond genoemd (WCG 730). Alle hemelse wijsheid, zowel bij de engelen als bij de mens, is uit geen andere bron dan uit het Woord. Zonder het Woord zou er dan ook geen hemel kunnen zijn, want niemand zou nog tot het goede geleid kunnen worden (AC 10.452). 

ALDUS GEDEFINIEERD WOORD HEEFT INNERLIJKE ZIN

LETTER WOORD ZOU ANDERS ZIJN ALS HET AAN ANDEREN WAS GEOPENBAARD

Reeds uit het feit dat het Woord ook aan de hogere en de lagere engelen moet zijn aangepast, kan worden afgeleid dat het Woord altijd een innerlijke zin moet hebben (WCG 193; WP 16). De verbinding die door het Woord met de hemel en met de Heer tot stand kan komen, ontstaat niet door rechtstreekse communicatie. Mensen, lagere engelen, hogere engelen en ook de Heer leven immers ieder in een totaal ander vlak, terwijl rechtstreekse communicatie alleen mogelijk is binnen één en hetzelfde vlak. Daardoor komt het dat de natuurlijke engelen van de eerste hemel, de geestelijke engelen van de tweede hemel en de hemelse engelen van de derde hemel elkaar net zo min kunnen waarnemen als wij hen (HH 35). Dat enkel en alleen het Woord die gescheiden vlakken onderling kan verbinden (HH 258), komt omdat het Woord in overeenstemmingen, in schijnbaarheden van het ware, geschreven is: de letterlijke zin is aanduidend en uitbeeldend voor de innerlijke zin die als letter verschijnt in een hoger vlak, en die letter van dat hogere vlak is weer aanduidend en uitbeeldend voor een nog diepere innerlijke zin die veer de letter is in het volgende vlak, enz. (AC 3393).

Dus de letter van het Woord op aarde, die als het meest uitwendige de basis en het fundament van alle daarin verborgen diepere waarheden is, vormt de laatste van een hele reeks van schijnbaarheden van het ware. Met betrekking tot die letter lezen we dan ook in AC 10.453 dat de zin van de letter van het Woord een andere zou zijn geweest, indien het Woord bij een ander volk geschreven was. Dus als het Oude Testament niet aan de Joden maar bijvoorbeeld aan de Maya’s was geopenbaard, zou het in de letter over de geschiedenis van de Maya’s handelen. Hetzelfde geldt voor de letter van het door middel van Swedenborg geopenbaarde Woord. Het is goed om je te realiseren dat wanneer Swedenborg op het Zuidelijk halfrond had gewoond, waar de zon ‘s middags in het Noorden staat, zijn beschrijving van Noord en Zuid in de geestelijke wereld ook andersom geweest zou zijn. Ook de letter van dit nieuwe Woord is aanduidend en uitbeeldend voor een innerlijke zin.

ALDUS GEDEFINIEERD WOORD MAAKT KERK / DEFINITIE KERK

We zagen ook dat zonder het Woord niemand tot het goede geleid kan worden. Hieruit kan worden afgeleid dat het het Woord is dat de kerk maakt (AC 10.761). Daarbij moet men weten dat bij Swedenborg iemand die tot het goede geleid is, een kerk genoemd wordt (AOv 20; AC 3379). De kerk is dus in de mens, en ook de kerk buiten de mens is bij Swedenborg niets anders dan de som van alle mensen waar ter wereld zij zich ook bevinden die de kerk in hebben (LS 78; WCG 501; AC 6637). Het zal duidelijk zijn dat deze manier beschreven kerk, samengesteld uit mensen van waar ook ter wereld, niet een door mensen opgezette Organisatie 5, maar een soort geestelijke kerk moet zijn die in ieder geval voor onze lichamelijke zintuigen onzichtbaar is (combinatie van EL 130, GV 125 en AC 5128). Aangezien het het Woord is dat deze kerk maakt, kan begrepen worden dat de leer die de hoedanigheid van die kerk bepaalt identiek is aan de innerlijke zin van dat Woord (AC 9025, 9430, 10.401). Uiteindelijk gaat het in deze onzichtbare kerk, gedefinieerd als de som van alle mensen die zelf kerk zijn, dan ook om de zuiverheid van die leer, of wat hetzelfde is, om de graad van innerlijkheid van die innerlijke zin van het Woord (WCG 245).

KERK IS IN VORM VAN EEN MENS

Voor een beter begrip van de aldus omschreven onzichtbare kerk moet men weten dat door de Heer al degenen, waar ook ter wereld, die kerk zijn, worden samengevoegd in de vorm van een mens (AC 7396). Diegenen binnen deze kerk die het Woord hebben vormen het hart en de long van die mens (WCG 268). De rest van het lichaam van die mens wordt gevormd door mensen die goed leven zonder dat zij het Woord hebben. Maar dankzij het feit dat die mens die uit de kerk is samengesteld het Woord heeft, kan iedereen waar ook ter wereld, en tot wat voor religie hij ook behoort, van de kerk deel uitmaken, als hij maar goed leeft volgens de normen van zijn eigen religie (AC 3778). Ondanks tal van religies is er dus op aarde in feite maar één echt Woord en één, zij het onzichtbare, echte kerk.

IN DE MEEST VOLMAAKTE, DAT IS MENSELIJKE, VORM HEBBEN OOK ALLE DELEN DIE VORM

Overigens is niet alleen de kerk is in de vorm van een mens. Volgens S is ook de hemel in de vorm van een mens, en iedere hemel afzonderlijk, de eerste, de tweede en de derde, en ook ieder groter of kleiner gezelschap in de hemel is als een mens (AOv 1127), inclusief een echtpaar (EL 177). En ook binnen een mens heeft iedere aandoening voor iets dat goed en waar is en iedere groep van zulke aandoeningen de vorm van een mens (GV 66). De allergrootste mens wordt gevormd door het complete koninkrijk van de Heer, dat is alle hemelen en de kerk tezamen (WCG 119). De wet die hieraan mede ten grondslag ligt luidt: in de meest volmaakte vorm gedragen zich de algemene dingen zoals de delen, en de delen zoals de algemene dingen; het onderscheid is slechts zoals tussen een groter en een kleiner eendere (HH 62). Het doet mij altijd denken aan die Russische Baboesjka poppetjes, maar in feite is het veel complexer want ieder poppetje zou uit tal van poppetjes samengesteld moeten zijn.

AL DIE GROTERE EN KLEINERE MENSEN MOETEN HUN LEEFTIJDEN DOORLOPEN

Al die mensvormen, van de Grootste Mens, die dus bestaat uit alle engelen in de hemel en alle mensen op aarde die kerk zijn, tot de kleinste, die maar een enkele aandoening van het goede en ware betreft, al die mensvormen moeten hun leeftijden doorlopen, van kleuter, tiener en volwassene tot bejaarde en sterven en wederopstaan (WCG 762). Dat doorlopen van hun 1eeftijd komt bij Swedenborg overeen met het doorlopen van de opeenvolgende stadia van wat hij het proces van wederverwekking noemt (AC 4377). Ongeacht hoe wij leven zijn dus de stadia van ons leven zo wie zo een uitbeelding van dat proces. Al die mensvormen, van groot tot klein, moeten dus wederverwekt worden. Als het goed is hoor ik u nu al denken: moeten de hemel en de kerk dan wederverwekt worden? Het antwoord is: ja. /3 Bij Swedenborg is het alleen het goede en ware dat kan en moet worden wederverwekt. Het boze en valse kan alleen maar worden afgescheiden naar de hel. De mens moet zijn boosheden en valsheden negeren. Wat hij moet zuiveren zijn de criteria op grond waarvan hij die boosheden en valsheden wil schuwen. De hel puur, het boze en valse, is nooit een bedreiging, het gevaar zit hem in ieder greintje boze en valse dat nog met het goede en ware vermengd is, en waar dus de hel nog vat op heeft (± als GV 24). Daarom is het is altijd “het beste in ons” dat wij God moeten vragen om nog verder te verbeteren. /4 Wij zijn van geboorte tot alle mogelijke boos- en valsheden geneigd, maar toch zijn wij als baby allerschattigst, omdat op dat moment het Goddelijke ons in onze onschuld nog gratis en voor niets geschonken kan worden. Het proces van wederverwekking is niets anders dan dat gratis in de onschuld van de kindsheid verkregen goddelijk goede en ware met behulp van het Woord en door middel van een bewust leven, handelen en denken, te vervangen door een als uit ons zelf opgenomen en verworven goddelijk goede en ware.

WOORD HANDELT IN WEZEN STEEDS OVER PROCES WEDERVERWEKKING OP AL DIE VERSCHILLENDE NIVEAU’S

Dat al die grotere en kleinere mensvormen, inclusief de hemel en de kerk, inderdaad wederverwekt moeten worden, blijkt onder andere ook uit de onderwerpen waarover de reeds eerder genoemde opeenvolgende innerlijke zinnen van het Woord handelen. Zo lezen we bijvoorbeeld in Arcana Coelestia 6827 dat het Woord in zijn binnenste of hoogste zin steeds handelt over de Heer en over de Verheerlijking van Zijn Menselijke, in feite dus Zijn proces van vederverwekking toen Hij als mens op aarde was, en dat de lagere innerlijke zinnen handelen over de hemel en over de kerk en over de wederverwekking van de mens. Op tal van plaatsen lezen we bovendien dat de wederverwekking van de mens een beeld is van het proces dat de Heer als mens doormaakte (bijvoorbeeld AC 7166, 10.729). In feite gaat het in het Woord dus steeds over die orde van de wederverwekking, alleen steeds op andere niveaus, de ene keer is het de wederverwekking van ons mensen, de andere keer de wederverwekking van de hemel, of van de kerk, of van de Heer op aarde, of van de Grootste Mens.

DE OPENVOLGENDE KERKEN IN DE GESCHIEDENIS VAN DE MENSHEID ZIJN DE VERSCHILLENDE STADIA IN HET PROCES VAN WEDERVERWEKKING VAN DE KERK

Wanneer we dat proces van wederverwekking op het niveau van de kerk nader onder de loup nemen dan zien we dat er volgens Swedenborg in de geschiedenis van de mensheid een serie van elkaar opvolgende kerken zijn geweest. De verwachting is dan dat dat de opeenvolgende stadia zijn van de wederverwekking van die al eerder genoemde enige echte, en derhalve voor lichamelijke zintuigen onzichtbare, kerk. Maar bij Swedenborg gaan die elkaar opvolgende kerken door steeds weer opkomend boze en valse de een na de ander volledig ten onder, terwijl je bij stadia van wederverwekking toch eerder een opklimming zou verwachten (AC 7166). De verklaring zit’m in feite hierin dat steeds eerst tot aan wanhoop toe beseft moet worden dat zelfs het beste van een staat of kerk nog met boos- en valsheden vermengd is, alvorens een hoger innerlijk vlak of kerk geopend kan worden (AC 2819). Het is immers als gezegd steeds het beste dat verder gezuiverd moet worden. Het zich bewust worden van daarin nog aanwezige boos- en valsheden lijkt steeds als een verwoesting, maar in feite is het een verdere voortschrjding. Dus die opeenvolgende kerken, al lijken ze steeds te vallen, zijn weldegelijk voortschrijdende fasen van wederverwekking (AOv 641-4).

DE NIEUWE CHRISTELIJKE KERK IS DE WEDERVERWEKTE KERK

Omdat het onderwerp van deze voordracht de Nieuwe Christelijke Kerk is, en omdat die Nieuwe Kerk de eeuwigdurende eindfase is van die elkaar in de loop van de geschiedenis opvolgende kerken, ga ik nu wat nader inzoemen op dat proces van die elkaar opvolgende kerken. Het gaat hier dus om de weder verwekking van de kerk. Maar tegelijk gaat het ook om de %vederverwekking van de hemel, want in feite gaat het om de wederverwekking van die Grootste Mens, wiens inwendige mens de hemel en wiens uitwendige mens de kerk is (WCG 119). In feite is dit Gods einddoel: een wederverwekte Grootste Mens, dus een wederverwekte kerk en een wederverwekte hemel die zo zuiver zijn dat er niets meer is waar de hel nog vat op kan hebben en die derhalve voor eeuwig veilig zijn.

Welnu, bij dat proces van elkaar opvolgende kerken hebben we ook nog te maken met elkaar opvolgende laatste oordelen (bijvoorbeeld AC 2118) en met elkaar opvolgende openbaringen van een nieuw Woord (AC 10.355). Het zuiveren van het beste is een omvormingsproces en gaat maar heel geleidelijk. In die elkaar opvolgende kerken zijn bij het schuwen van boos- en vaisheden nog steeds valse en boze motieven betrokken die nog niet kunnen worden ontmaskerd, met als gevolg dat die valse en boze motieven ook in de hemel moeten worden toegelaten. Als een kerk te gronde gaat omdat tot in het hoogste boos- en valsheden aan het licht zijn gekomen, kan er in de hemel een “laatste oordeel” plaatsvinden waardoor dat boze en valse dat noodgedwongen daar moest worden toegelaten, kan worden afgescheiden (versimpelde weergave van LO 67-70). Door die afscheiding wordt het mogelijk om op een hoger vlak te komen en om een hogere innerlijke zin te zien. Die hogere innerlijke zin is het nieuwe Woord dat dan geopenbaard wordt, en dat hogere vlak is de volgende, op dat nieuwe Woord gebaseerde, kerk die dan een aanvang neemt.

De geschiedenis van de opeenvolgende kerken kan nu, zij het enigszins versimpeld, aldus omschreven worden: Eerst is er de Oudste Kerk, uit de tijd dat de mens nog zonder geschreven Woord zelf als basis van de Goddelijke Orde kon functioneren. In de onschuld van de kindsheid van de mensheid wordt het goddelijke nog gratis geschonken. Dan volgt een laatste oordeel in de vorm van de vloed — niet op aarde is die vloed maar in de hemelen — en wordt er voor het eerst een geschreven Woord geopenbaard, bestemd voor de nu volgende Oude Kerk waarvan de Israëlitische Kerk de laatste fase zal zijn Hierna volgt opnieuw

een laatste oordeel in de hemelen. Dit maakt de geboorte van God op aarde mogelijk, later gevolgd door de openbaring van het Nieuwe Testament dat het speciale Woord zou worden voor de Christelijke fase van de enige echte kerk. Het leven van God op aarde, waarbij God zich zo zeer volledig van het via Zijn moeder geërfde boze en valse wist te zuiveren dat Hij hangend aan het kruis zijn moeder “vrouw” noemde (AC 2649), dat leven van God op aarde kan gezien worden als het eerste door de Grootste Mens als uit zichzelf verworven puur goddelijk goede en ware. God Zelf maakt nu immers als 100% wederverwekt Mens het beste uit van de hemel en van de Grootste Mens (OLO 488). Zonder Zijn komst op aarde was de wederverwekking van de Grootste Mens volstrekt onmogelijk geweest (WCG 119). Omdat na Zijn komst op aarde de Christelijke fase van de enige echte kerk gebaseerd was op het Nieuwe Testament, welk Testament Gods leven op aarde en dus Zijn strijd tegen het van Zijn moeder geërfde boze beschrijft, en Hij Zich toen dus nog niet volledig daarvan gezuiverd had, waren ook de argumenten om het boze en valse te schuwen in die Christelijke Kerk nog steeds niet volledig zuiver./5 Daarom was ook die Christelijk fase nog kwetsbaar. Die fase eindigt met dat laatste Laatste Oordeel van nu bijna 250 jaar geleden, dat dus eveneens, anders dan vele Christenen en Moslims nog steeds verwachten, niet op aarde maar in de hemel plaatsvond (LO 28-32). Het nieuwe aan Swedenborg geopenbaarde Woord is het Woord dat uitging van de God die als 100% wederverwekt Mens het beste, de kern, de ziel, van die Grootste Mens was geworden (WCG 119; OLO 488; AC 3637). Met dat laatste Laatste Oordeel, dat nu 100% zuivere Woord, en de daarop gebaseerde laatste en eeuwigdurende kerk, had God Zijn einddoel, de wederverwekking van de Grootste Mens gerealiseerd. Voor het eerst zijn de hemel en de kerk zo zuiver dat er geen enkel greintje vuil meer is waar de hellen vat op kunnen hebben (LO 64). Het is deze, nu wederverwekte en derhalve onbedreigde, eindfase van de kerk op aarde, die bij Swedenborg de Nieuwe Christelijk Kerk wordt genoemd (WCG 788).

HUIDIGE SITUATIE

Wat betekent dit nu voor ons die in dat tijdvak van de Nieuwe Christelijke Kerk leven? Gods inmiddels gerealiseerde einddoel was die wederverwekking van de kerk en van de hemel en Zijn einddoel was dus niet “vrede op aarde.” De mens zou immers ook geen vrije keuze meer hebben als hemel en hel niet in evenwicht bleven (HH 597-603). Bij elk laatste oordeel werd er dan ook zowel een nieuwe hemel, als een nieuwe hel gevormd (bijvoorbeeld WCG 95). Swedenborg leert, geheel in overeenstemming hiermee, dat er als gevolg van het laatste Laatste Oordeel, in onze natuurlijke wereld dan ook niets zal veranderen. Er zullen vredesverdragen en oorlogen zijn en verschillende kerkgenootschappen en godsdiensten net zo als vroeger (LO 73). Maar toch is er iets veranderd. Doordat de kerk nu is wederverwekt zijn er geen boze en valse argumenten meer die bij het schuwen van het boze en valse noodgedwongen in de hemel moeten worden toegelaten. Met andere woorden, de mens kan nu beter dan voorheen onderscheid maken tussen goed en boos en waar en vals (AOv 12171,2). Er is door dat laatste Laatste Oordeel als het ware in de anatomie van onze geest iets veranderd waardoor wij nu beter in staat zijn om goddelijke waarheden te verstaan (LO 73). Het bijzondere van het via Swedenborg geopenbaarde Woord is dan ook dat het geheel op dat nieuwe vermogen tot een dieper inzicht in wat goed en waar is , is afgestemd (± als AOv 6412).

Die enige echte kerk, door de Heer samengesteld uit allen waar ook op aarde die de kerk in zich hebben of kerk zijn, is ook nu, nu dit de Nieuwe Christelijke Kerk is, nog steeds voor lichamelijke zintuigen onzichtbaar. En die Nieuwe Christelijke Kerk moet dan ook niet verward worden met de bestaan de en weldegelijk zichtbare menselijke organisaties gebaseerd op Swedenborgs theologische werken, die zich Nieuwe Kerk noemen omdat zij denken of ernaar streven dat te zijn. Van die menselijke organisaties, zoals de Engelse General Conference, de Amerikaanse General Convention, en ook de, eveneens in Nederland vertegenwoordigde, Algemene Kerk van het Nieuwe Jeruzalem en Des Heren Nieuwe Kerk Zijnde Nova Hierosolyma, kan gezegd worden dat bij hen het nieuwe Woord is, aangezien zij zich immers op de theologische werken van Swedenborg baseren. Velen binnen die menselijke organisaties denken echter ten onrechte dat zij daarom tot het hart en de long van de echte Nieuwe Christelijke Kerk behoren, overeenkomstig de tekst dat het hart en de long van de Kerk daar is waar liet Woord is (zie bijvoorbeeld HV 9256). Maar zij lezen niet goed, want zij draaien die tekst om in: “dat daar waar het Woord is, het hart en de long van de Kerk is” en dát staat er niet. Het beschikken over het nieuwe Woord zegt op zich nog niets. Zij die dat Woord hebben en goed leven vormen inderdaad het hart en de long van de Nieuwe Christelijke Kerk, maar zij die desondanks boos leven en dus dat Woord ontwijden, zijn verbonden met het hart en de long van de nieuwe hel, want zij zijn bozer en valser dan degenen die het Woord niet hebben ooit kunnen zijn (AC 90455).

Aan het verspreiden van het Woord, dat is van Swedenborgs theologische werken, zijn derhalve ook risico’s verbonden. Maar de beste bescherming tegen die risico’s zit altijd nog ingebakken in het Woord zelf. Ook de letter van dit Woord is immers zodanig in schijnbaarheden van het ware geschreven dat het zien van de daarbinnen gelegen innerlijke zin enkel en alleen afhankelijk is van hoe wij leven.

Veel van het op Swedenborg gebaseerde theologische systeem dat ik geprobeerd heb te schetsen, is nog onduidelijk en onbekend, maar dit is wat ik, anno 2006, met mijn kermis van dat nieuwe Woord en van de daarop gebaseerde leerstellige studies, zou zeggen als het mij gevraagd werd om in een drie kwartier iets uit te leggen over de Nieuwe Christelijke Kerk.

 


noten

/1. Portefeuille met Swedenborgiana van Rijklof Michaël van Goens aanwezig in de Koninklijke Bibliotheek, Den Haag. De Bibliotheek van het Swedenborg Genootschap te Den Haag heeft een kopie. Zie ook de publicatie Rijklof MichaëI van Goens, maandblad De Ware Christelijke Godsdienst, Jaargang 4, Nr. 12, Dec. 1926, pp. 90-95.

/2. Voor een verzameling van tal van passages waaruit kan worden afgeleid dat de theologische werken van Swedenborg volgens hun eigen criteria Gods Woord zijn, zie: The Covenant of the New Church, by Edward H. Nutter and Clarence Hotson, Saratoga California, 1954. Aanwezig in de Bibliotheek van het Swedenborg Genootschap te Den Haag.

/3. Voor meer informatie over dit onderwerp zie: The Regeneration of the Grand Man, by Rutger Perizonius, 1980, in het Engelstalige kwartaalblad De Hemelse Leer,* - Vol. XIV, No. 3/4, July/October 2002, pp. 135-151.

/4. Zie in dit verband: The Continual Burnt-Offering, by Philip N. Odhner, 1970, and What is Regenerated with the Man of the Church, by Stephen D. Burleigh, 1982, beide gezamenlijk gepubliceerd onder de titel: Not what is Evil in us, but what is Best in us, has to be Regenerated in het Engelstalige kwartaalblad De Hemelse Leer, * Vol. XIV, No. 1, January 2002, pp. 28-3 6,.

/5. Voor meer hierover, zie: The New Testament: The New Covenant, The New Testimony, by Philip N. Odhner, 1971, in het Engelstalige kwartaalblad De Hemelse Leer,* Vol. XV, No. 3, July 2003, pp. 132-139.

* Deze oude nummers van dit Engelstalige kwartaalblad zijn evenals de nieuwe nummers gratis verkrijgbaar op aanvraag. Aanvragen dienen per brief te worden verzonden aan de uitgever: Rutger Perizonius, van der Heimstraat 5, 2582 RX Den Haag. Ter nadere informatie over dit tijdschrift volgt hier de tekst die steevast op de achterpagina van de cover staat:

Instead of leaving the study of the Word to priests or ministers, every individual has to search (Latin: scrutari) the Word of the Lord for himself.

This is not only true for the Old and New Testament, but even more so for the Last Testament, which was given at the time of the Last Judgment when it was written by the Lord through the eighteenth-century Swedish scientist Emanuel Swedenborg.

The reason that one has to search particularly this Last Testament for oneself, is that today it is this Last Testament alone that gives keys not only to open the spiritual and celestial senses hidden within the letter of that very Word, but also to open the spiritual and celestial degrees of life hidden within the reader himself.

To him or her who searches the Last Testament from a desire of being instructed concerning truth, enlightenment from the Lord will show the way towards the higher spiritual and celestial truths which lie concealed in the deep depths of the sense of its letter. These interior truths are identical with “the celestial doctrine” (Dutch: De Hemelse Leer) which “does not appear in the sense of the letter, except to those who are en/enlightened (Spiritual Diary 5542a) and to which this magazine is devoted. In fact such enlightenment from the Lord is not much different from the sign of the Son of man in the clouds of heaven (Matthew XXI V:30).


gebruikte afkortingen voor de boeken van het nieuwe Woord

  • AC - Arcana Coelestia
  • AOh - Apocalyps Onthuld
  • AOv - Apocalyps Ontvouwd
  • EL - Echtelijke Liefde
  • GLW - Goddelijke Liefde en Wijsheid  
  • GV - Goddelijke Voorzienigheid
  • HH - Hemel en Hel   
  • KGNK - Kerkgeschiedenis Nieuwe Kerk
  • LO - Laatste Oordeel
  • LS - Leer over de Gewijde Schrift
  • NJHL - Het Nieuwe Jeruzalem en Zijn Hemelse Leer
  • OLO - Opmerkenswaardige Levende Ondervindingen
  • WCG - Ware Christelijke Godsdienst
  • WP - Witte Paard